Na een wat onrustige nacht, toch even wennen om op een luchtmatras in een tent te slapen, stonden we al voor acht uur op. Wat ons beiden van vroeger nog heel erg bijstaat is het ieder morgen verse broodjes halen voor het ontbijt. De super onze hoek was nu wel open. Dus ik ging er op uit voor broodjes (en wat andere spulletjes) terwijl Niek een heerlijk eitje bakte en een kopje koffie maakte. Zo ontbijten voor je tent geeft toch wel echt een vakantiegevoel!
Met de spierpijn nog in de benen van eergisteren en de stijfheid in de rest van het lijf van de eerste nacht op het luchtbed besloten we toch maar weer een lange wandeling te gaan maken. Voor een deel langs het mooie meer Caldonazzo en voor een deel weer de bergen in. Ditmaal de bergjes bij de plaatsjes Ischia en Zava, met maximaal zo’n 700 meter hoogte. We startten nu op zo’n 450 meter dus al met al was het toch weer een aardige klim.
Maar eerst liepen we over brede fietspaden naar San Christoforo, waar we bij een oud kerkje een cache vonden. Toen langs de oever van het meertje over prachtig aangelegde steigers naar Ischia. We waren inmiddels aan de overkant van het meer en konden onze camping goed herkennen door het knalrode busje van onze buren, dat ook van de overkant goed zichtbaar was!
Na zo’n vier kilometer langs het water was het tijd om te klimmen. En dat gebeurde gelijk goed. Binnen no-time zaten we honderd meter hoger en bij de cache met de veelzeggende naam Lago Vista hadden we een schitterend uitzicht. Maar we moesten nog honderd meter hoger. Dus we sloegen een opnieuw goed begaanbaar pad in. Dit ging over brede betonnen stroken maar met een behoorlijk stijgingspercentage. Toen hoorden we iets aankomen. Een pratende man op een mountainbike kwam ons tegemoet. Vlakbij gekomen zagen we dat er een kindje achterop zat. Kort erop volgden twee dames. En toen een opa met zo’n aanhangwagen voor kinderen achter aan zijn fiets. En dat op ongeveer het steilste stuk.. Het kindje stuiterde alle kanten op in die aanhanger! Hier hebben ze zeker nooit van het shaken baby syndrom gehoord.
Van onze verbazing bekomend stegen we verder. En daar was het walhalla. Rondom het dorpje Zava waren en al wijnranken met enorme mooi donkergekleurde trossen druiven. Dat in combinatie met de prachtige vergezichten, we vingen zelfs een glimp op van het Lago di Lévico, bracht ons weer aan het mijmeren over hoe mooi het zou zijn hier een wijnboerderij te beginnen. Tegelijk realiseerden we ons hoe mooi ons plekje thuis is en dat deze bewoners daar waarschijnlijk ook hun ogen zouden uitkijken.
Bij Zava lag de top en we daalden aan de andere kant de berg weer af. Maar waar we tot nu toe prima begaanbare paden hadden, werden het hier weer echt bos- en bergpaadjes. En Niek zei: “Je hoort hier ook van alles wegschieten.” Ik hoorde inderdaad ook iets. Iets groters dan een salamander. Ik keek naar rechts en zag een groot hert van ons wegsprinten. Helaas te snel voor een foto! We daalden rustig verder, op sommige plekken nog glijdend en glibberend, en kwamen weer op vlakker terrein. Langs enorme velden vol met dieprode en knalgele appels en zelf enorme kalebassen kwamen we uiteindelijk weer bij onze camping aan.
De middag bestond uit een boekje lezen, een biertje drinken en een dutje doen. En toen kon het volgende avontuur beginnen: kokkerellen! Een gasstelletje met twee pitjes is lastig wanneer je drie pannen gebruikt. En we gebruikten twee pannen omdat het gehakt en de groente niet allemaal in een pan pasten en in de andere pan pasta gekookt moest worden. Nou dan heb je zo’n handig knijpertje. Ken je die? Ik weer niet hoe je ze moet hanteren, maar een pan ermee optillen kan ik niet. Ik probeerde het en had bijna de hele ‘koekenpan’ in het gras liggen. Afgieten, oppakken en opscheppen vanuit de pannen deden we dus maar door de pannen met theedoeken van het vuur te pakken. Uiteraard met gedoofd vuur 😆.
De penne was lekker en dan komt het volgende campingritueel: de afwas. Daar gingen we met ons servies. Want ja, plastic bordjes dat kon natuurlijk niet volgens Niek. Nee hoor: gewoon de goede stenen borden en stenen kopjes mee naar de camping. Ja, je kunt ook nergens iets neerzetten op zo’n camping, dus het is sowieso al de vraag hoe je moet afdrogen. Eerst de snijplank. Die kan dan op de rand van de wasbak staan. Daarop de borden en de pannen stapelen en dan daarin de kopjes en het bestek weer doen. Ik blijk dan toch af en toe wat onhandig, want bij het afdrogen stootte ik dus zo’n kopje van de wastafelrand af. Totaal aan gruzelementen! Gelukkig was dit wel een kopje van ons oude servies. Niek zei heel bijdehand: “Oh, daarom wilde je dus plastic servies”. Al met al was het weer een heerlijke dag. Niet normaal wat een fruit ze hier verbouwen. En het smaakt ook allemaal zo lekker! Voorlopig hoeven wij nog niet door een zure appel heen te bijten.
Italië 2020
Dag 1 – Bestemming onbekend
Dag 2 - Kleurrijk en nat Innsbruch
Dag 3 - Tante Gert en de Olympsche gedachte
Dag 4 - Italië here we come!
Dag 5 - Zeker geen vruchteloze expeditie
Dag 6 - Luieren, of toch niet...
Dag 7 - Een jok- en fopfiets en houten billen
Dag 8 - Klinkende glazen en rammelend bestek
Dag 9 - Van Panarotta naar Panna cotta
Dag 10 - Campinggas(ten) on tour
Dag 11 - Treinen naar Trento (waarom het ov in Italië zo goedkoop is)
Dag 12 - Inpakken en door...
Dag 13 - Saai Sankt Johann en karaktervol Kitzbühel
Dag 14 - Diepe dalen en enorme hoogtepunten
Dag 15 - Koeiencorso en Speedy Gonzalez
Dag 16 - Uren in de rij voor een trio
Dag 17 - Om door een ringetje te halen
Dag 18 - Happy Heidelberg
Dag 19 - Indrukwekkende plekken
0 reacties